Spraak
Spraak heeft te maken met het waarnemen van spraakklanken en de aansturing van de spieren voor het spreken: de uitspraak van woorden. Wanneer hierin problemen voorkomen kan iemand slecht of niet verstaanbaar zijn voor zijn omgeving. Spraakproblemen komen zowel bij kinderen als volwassenen voor. Voorbeelden zijn:
Spraakapraxie – Een spraakstoornis als gevolg van hersenletsel, die zich vooral kenmerkt doordat iemand constant zoekt naar de juiste articulatieplaats van klanken.
Onderzoek: De logopedist kan door middel van een eerste vragengesprek en verschillende gestandaardiseerde testen en onderzoeken achterhalen wat de oorzaak en ernst van het spraakprobleem is. Meestal zal de eerste of eerste paar behandelingen besteed worden aan het in kaart brengen daarvan. Wanneer er bij kinderen een vermoeden is van problemen in de Sensorische Informatieverwerking, wordt dit nader onderzocht, omdat dat van grote invloed kan zijn op de spraak.
Behandeling: Bij de behandeling van volwassenen wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes om systematisch te oefenen. Daarnaast wordt veelvuldig geoefend met het toepassen van de geoefende technieken in dagelijkse situaties. Bij de behandeling van kinderen wordt spelenderwijs en systematisch geoefend met het verbeteren van de spraak. Ouders zijn over het algemeen aanwezig bij de behandeling, zodat zij goed op de hoogte zijn van de inhoud van de behandeling en weten hoe zij er thuis en in het dagelijks leven verder mee aan de slag kunnen. Een veelgebruikte behandelmethode is PROMPT, waarbij kinderen door te voelen leren hoe ze een klank moeten maken en de OMFT om de afwijkende gewoonten te veranderen zodat dit een positief effect heeft op de spraak en het gebit. Bij de behandeling van volwassenen wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes om systematisch te oefenen. Daarnaast wordt veelvuldig geoefend met het toepassen van de geoefende technieken in dagelijkse situaties.
Marktstraat 2c, 7851 AB Zweeloo